Cover_Specialeodracht-Luisterboek web klein

LET OP – BEVAT SPOILERS! Lees eerst Speciale opdracht voordat je dit blog leest.

In enkele van mijn eerdere thrillers schreef ik achterin een Noot van de auteur, ofwel een verantwoording over de achtergronden van het verhaal. Tijdens het afronden van Speciale opdracht ontbrak de tijd om alle wetenswaardigheden goed op een rijtje te zetten. Niet dat er niets te vertellen viel, integendeel. Ga er rustig voor zitten, het is een kleine longread geworden.

Wat is de opdracht?

De SADM in de transportcontainer.

In Speciale opdracht draait alles om het geheimzinnige 111 Peloton Speciale Opdrachten (PSO) uit de Koude Oorlog en de SADM. Special Atomic Demolition Munition, draagbare nucleaire kernbommen om snel objecten als bruggen, landingsbanen en rangeerterreinen op te kunnen blazen. Ook wel bekend als tactische kernwapens. Vandaag de dag is er nog altijd opvallend weinig over 111 PSO en hun kernwapentaak te vinden, anders dan een summier stukje op Wikipedia. En dan te bedenken dat ik er met mijn neus bovenop stond in 1984 en 1985.

De vraag die Marvin Kamperduin aan zijn pelotonscommandant (PC) stelt, als hij na zijn basisopleiding bij Peloton Speciale Opdrachten geplaatst wordt: ‘Wat is die speciale opdracht?’ Die vraag hoorde ik, na de opleiding in Vught, letterlijk stellen door een van mijn maten, een beresterke, wat zwijgzame boerenzoon uit Brabant. Het antwoord van onze PC: ‘Dat vertellen ze je daar wel.’ Dat was de eerste keer dat ik van het peloton met een geheime opdracht hoorde.

Nadat ik de duikopleiding doorlopen had en ik op de Prinses Margriet Kazerne in Wezep gelegerd werd, bleek dat we met 108 Duikerpeloton het legeringsgebouw en de onderdeelsbar deelden met 111 Peloton Speciale Opdrachten. De mannen lieten nooit iets los over hun geheime taak. Behalve dat ze bloedfanatiek en hypergedisciplineerd waren, kwamen we niet veel meer te weten dan dat ze deels in Seedorf gelegerd waren en samenwerkten met een Amerikaanse eenheid. Ja, er was wel een gerucht over een atoommijn, maar geruchten bestaan niet volgens de militaire doctrine.

Achter de vijandelijke linies

De Bölkov BO-105 in actie tijdens oefening Hopping Diver
De BO-105 in actie tijdens oefening Hopping Diver (fotograaf onbekend, bron: genieduikers)

De exfiltratie-oefening waarmee Speciale opdracht opent is een kopie van de oefening Hopping Diver die we bij het duikerpeloton draaiden. Een actie achter de linies uitvoeren en vervolgens zorgen dat je ongezien weer terugkomt uit vijandelijk gebied. Het bivak bij ’t Harde, de dropping met de Bölkov BO-105 heli en dan het sjouwen met in ons geval een duikuitrusting van Balkbrug naar Wezep. Dat bij 111 PSO een vergelijkbare oefening bestond, lag voor de hand. Als ik het me goed herinner zaten de stafbureaus van beide pelotons vlak naast elkaar en wat is er dan eenvoudiger dan het draaiboek voor een pelotonsoefening even te kopiëren van de buren. Dat de exfiltratie-oefening ook daadwerkelijk bestond bij PSO haalde ik uit een interview met een voormalige onderofficier van het onderdeel. Het interview, dat nog enkele details gaf over het werken met de SADM, is tegenwoordig niet meer online te vinden.

De locatie op vliegveld Deelen zoog ik uit mijn duim, ik heb geen idee of daar een springschacht onder de landingsbaan aanwezig is. Ik ben niet onder het hek doorgekropen om het te controleren maar het zou me niet verbazen. Er bestond ten tijde van de Koude Oorlog een Bureau Voorbereiding Voorzieningen aan Kunstwerken (BVVK), in de wandelgangen veelal foutief Bureau Vernietiging van Kunstwerken genoemd. Hier berekenden een aantal genie-ingenieurs hoe objecten als bruggen en tunnels opgeblazen konden worden en waar springschachten in de constructie moesten worden aangebracht om snel explosieven te kunnen plaatsen. In verschillende Nederlandse bruggen uit die tijd zijn de schachten om een (al dan niet nucleair) explosief te plaatsen nog aanwezig. Het BVVK heeft de pagina’s van Speciale opdracht niet gehaald.

Kernwapenopslag Darp

Kernwapenopslan in Darp en 't Harde, Frank Oosterboer

Waar de SADM’s opgeslagen lagen is niet duidelijk. De locatie Stockerbush in Duitsland wordt genoemd, maar een bevestiging daarvan is niet te vinden. Dat ik de locatie van de site in Darp gebruikte, kwam vooral omdat ik de site ken, ik liep er zelf sitewacht in september 1984, waardoor ik die locatie goed kon beschrijven. En als ik niet meer wist hoe het zat, kon ik terugvallen op het boekje Kernwapenopslag in Darp en ’t Harde – Het geheim in de achtertuin, van Frank Oosterboer. Een must read voor iedereen die ooit wacht liep op een van deze sites. Het idee voor de persoon van Anneke Spiering is ontsproten aan het boekje van Frank Oosterboer. Hij beschrijft hoe op zekere dag een humanistisch geestelijk verzorger in een lelijke eend voorzien van anti-atoomstickers de restricted area binnen kwam rijden. Hij was in burger(kleding) en zwaaide met een militair paspoort en had de rang van majoor. Volgens zijn zeggen wilde hij de wachteenheid bezoeken om de mannen een hart onder de riem te steken. Hij werd niet toegelaten en bleek later ook actief binnen de organisatie die de jaarlijkse anti-atoommars op Tweede Kerstdag vanuit Steenwijk naar Darp organiseerde.

 

Of de SADM’s in Darp gelegen hebben is lastig vast te stellen. De zwijgplicht drukt nog altijd zwaar op de mannen die er iets over zouden kunnen zeggen. Helemaal onlogisch is Darp als opslagplaats niet. Vanuit Wezep rijd je er praktisch langs op weg naar de sector van het Eerste Nederlandse Legerkorps in de Noord-Duitse laagvlakte. De site in Darp is opgeruimd en alleen de wachttoren staat nog overeind als herinnering aan een bewogen tijd. Het was bijzonder om veertig jaar na dato weer op deze plek te staan en onvermijdelijk kwam de wachttoren prominent op de cover van Speciale opdracht.

Toen ik eenmaal wist met welk Amerikaans legeronderdeel 111 PSO samenwerkte, kon ik dat ook gebruiken als zoekterm. Op een Amerikaans veteranenplatform vond ik een paar foto’s van de Amerikanen op bezoek bij 111 PSO, en geloof het of niet, ik herkende zelfs twee personen. Een heb ik er gesproken, maar hij kon me uiteraard nog geen snipper informatie geven over wat hij bij 111 PSO deed. Het veteranenplatform zit nu achter een inlog alleen voor geverifieerde leden. Toch zijn de Amerikanen een stuk opener over hun kernwapens dan de Nederlandse overheid. Waar in Nederland steevast ‘bevestigen nog ontkennen’ de leidraad is, hebben de Amerikanen veertig jaar na dato, veel informatie over dit achterhaalde wapen vrijgegeven. Zo kwam ik aan een promotiefilmpje en zelfs de handleiding voor het op scherp zetten en het instellen van de timer. Zoek maar op Youtube.

De personages

De samenwerking met de Amerikaanse eenheid, waarin een aantal Afro-Amerikanen zaten bracht mij op het idee om de Surinaamse Marvin Kamperduin in de Nederlandse eenheid te plaatsen. Het zat hem niet mee met zijn dubbele trauma. Eerst Darp en later de Bijlmerramp. Hoeveel pech kan een mens hebben in zijn leven. Het hoofdstuk waarin Anneke Spiering in de Bijlmer op zoek gaat naar Marvin en daar Karin Vermeer ontmoet is nagelezen en van commentaar voorzien door de daadwerkelijke ooggetuige en hulpverleenster, waarvoor mijn grote dank. De mannen in witte pakken doken nu niet op in de Bijlmer, maar in Darp. De actie waarin Marvin een kind uit de brandende flat haalt, waarvoor hij de erepenning van de gemeente Amsterdam kreeg en een brug naar hem is vernoemd is ontleend aan de heroïsche actie van de Surinamer Pa Sem (Willem Symor). Hij verdient het om hier genoemd te worden.

Dit brengt me op de andere personages. Door de setting in Nederland kon ik een paar bekenden in het verhaal schrijven. Boswachter John bestaat echt, maar werkt – voor zover mij bekend – niet voor de MIVD. Boswachter Dirk Goudkuil kun je zomaar tegenkomen in de buurt van Kootwijk en de familie Wolfswinkel levert al jarenlang behalve kettingzagen, ook de nodige leden van de Vrijwillige Brandweer Hoenderloo.

De militairen Strijbeek, Meijer en Aarnoudse zijn verder fictie, maar tijdens mijn diensttijd heb ik genoeg meegemaakt om ze fraai in te kleuren. De maat met een vriendin thuis plus een scharrel in de buurt van de kazerne, de beroepsmilitair met louche zaakjes: het komt allemaal voor.

Natuurlijk waren er de vaste sidekicks van Tom. Huub Cabot, de handige technicus en advocaat Schenck van Toutenburg. De slimme kringredenering over het geheime geheim waarmee hij Tom uit de arrestantencel weet te krijgen, is in werkelijkheid bedacht door juristen bij het Openbaar Ministerie. Nadat Ruud Lubbers in 2013 zijn uitspraak op National Geographic Channel gedaan had over de aanwezigheid van kernwapens op Volkel (het openingscitaat in Speciale opdracht), moest bekeken worden of Lubbers hier wellicht zijn geheimhoudingsplicht geschonden had en vervolgd diende te worden. Omdat niemand iets van het geheim wist, het was tenslotte geheim, was ook niet vast te stellen of Lubbers zijn geheimhoudingsplicht geschonden had. En zo ontsprong Lubbers de dans. Voormalig directeur van Instituut Clingendaal, Ko Colijn, schreef er een fraaie column over.

De locaties

Van de beschreven locaties is de veteranenopvang Oud Vrijland het vermelden waard. Deze veteranenopvang bestaat niet, het beschreven gebouw schuin tegenover de Oranjekazerne bestaat wel. De eerste keer dat ik hier kwam was bij een herdenkingsbijeenkomst voor de verdwenen ethische hacker Arjen Kamphuis. Hij maakte deel uit van het hackerscollectief Hack42, dat in dit gebouw gevestigd is. De verdwijning van Kamphuis in Noorwegen was de basis voor mijn eerdere thriller Van de radar. En zo slaat dit gebouw een brug tussen beide boeken en van Kamphuis naar Kamperduin. Het bos ten noorden van Oud Vrijland, waar Marvin zijn geheime ondergrondse schuilplaats bouwde, ligt toepasselijk op het veteranenlandgoed Vrijland. Dit terrein is een blijk van maatschappelijke erkenning van de veteranen die zich op vele gebieden ter wereld hebben ingezet voor de vrijheid en veiligheid van anderen.

Oud Vrijland aan de Koningsweg, Arnhem
Oud Vrijland bij Schaarsbergen

Dan de boerderij van Strijbeek met een schietbaan in de voormalige varkensstal. Ik hoefde het niet te bedenken, het stond in de krant. In november 2004 werden bij een inval in een kampeerboerderij nabij het Brabantse dorpje Liempde 29 Koerden, lid van de afscheidingsbeweging PKK, aangehouden. Ze werden verdacht van deelname aan een paramilitaire en terroristische training. Zoek op internet naar het artikel van Sandra van der Heijden, Inval in de vroege morgen – Van boerderij tot trainingskamp en verbaas je over het onhandige optreden van de inlichtingendienst, inclusief spionagecamera’s in een vogelhuisje (in Liempde op anderhalve meter boven de grond).

Landmijngate – de zaak Spijkers

Een van de grote vragen die wellicht blijft hangen na het lezen van Speciale opdracht is de verwisseling van oefenmijnen en scherpe exemplaren die ogenschijnlijk tegen het onwaarschijnlijke aanschurkt. Niets is minder waar.

Op 18 juli 1983 vond een ongeval plaats in een leslokaal op de legerplaats bij Oldebroek, waar een scherpe AP-23 mijn gebruikt werd als instructiemodel. Er kwamen zeven militairen om, negen raakten gewond. Het gehele relaas van de verwisseling en daaropvolgende gebeurtenissen voert te ver om hier te herhalen, maar de rampzalige explosie en wat daarop volgt, is een immens trauma voor betrokkenen.

Helaas was het lerend vermogen van Defensie in die tijd niet al te best. Ruim een jaar later, op 14 september 1984 komt een munitietechnicus om het leven bij een ongeluk met precies hetzelfde type landmijn. Maatschappelijk werker Fred Spijkers krijgt de opdracht de weduwe te vertellen dat haar man door eigen nalatigheid is omgekomen. Spijkers gaat tegen zijn opdracht in en maakt duidelijk dat dit niet de werkelijkheid is. Dit brengt hem in een langdurig conflict met zijn werkgever Defensie. Als klokkenluider in deze landmijnenzaak krijgt Spijkers de volle laag, wordt onder meer krankzinnig verklaard en uiteindelijk ontslagen. Hij vecht 18 jaar voor eerherstel. Deze bizarre geschiedenis is gedetailleerd en goed gedocumenteerd beschreven in het boek Een man tegen de staat van Alexander Nijeboer. Hierin staan staan forse beschuldigingen aan het adres van diverse politici en topambtenaren van Defensie en Binnenlandse Zaken. Oud-topmilitair van de Marechaussee Fabius probeerde via de rechter het boek uit de handel te krijgen omdat het boek grievende passages ten aanzien van zijn persoon zou bevatten. Nijeboer stelde dat Fabius de ware oorzaken van de mijnongelukken had helpen verhullen. De auteur moest van de rechter onvoldoende gegronde en grievende passages over Fabius rectificeren. Een man tegen de staat is daarmee een bijna verboden boek en collectors item geworden. Ik heb geen idee of het exemplaar dat ik via de bibliotheek leende de betreffende passages nog bevatte. De vaststellingsovereenkomst waarmee Marvin Kamperduin de dienst uitgestuurd wordt heb ik losjes gebaseerd op de vaststellingsovereenkomst die uiteindelijk met Fred Spijkers is gesloten.

Een man tegen de staat, Alexander Nijeboer.

De archiefstukken die betrekking hebben op de zaak Spijkers zijn opgeslagen in een speciale ruimte van het Nationaal Archief, uitsluitend toegankelijk met een combinatie van twee unieke elektronische pasjes waarvan een in bewaring bij een notaris. Dit archief is tot minimaal 2026 uitsluitend door de minister of staatssecretaris in te zien.

Bureau Doofpot

Je zou bijna denken dat het Bureau Doofpot (BD) bij Defensie echt bestaat. Ik had het zelf bedacht, maar pas toen ik het manuscript klaar had melde een welingelichte bron dat er daadwerkelijk een Afdeling BD (Buitengewone Dienst) is bij de Koninklijke Marechaussee. De afdeling vervult een liaison functie naar de inlichtingendiensten MIVD en AIVD. Het lijkt me een afdeling die bij uitstek geschikt is om taken uit te voeren zoals het verkeerd ontwikkelen van een filmrolletje met politiek onwelgevallig bewijsmateriaal uit voormalig Joegoslavië. Of voor een verdwijntruc met een radioactief besmet lichaam. Het zou zomaar kunnen. Het zal duidelijk zijn wie model gestaan heeft voor majoor Frens in Speciale opdracht.

Zou een persoon als Frens daadwerkelijk het wegwerken van een stoffelijk overschot van een omgekomen militair kunnen afdekken? Volgens een artikel van (wederom) Frank Oosterboer was de kans 1:1000 om te overlijden tijdens je diensttijd in de slechtste jaren van de Koude Oorlog. In de jaren tachtig ging het om aantallen tussen de 50 en 100 dodelijke slachtoffers per jaar. Defensie gaf daar zo min mogelijk ruchtbaarheid en weinig aandacht aan. Een grafkrans en een bezoekje van de marechaussee of commandant, samen met een geestelijk verzorger en dat was het. Hulp bij traumaverwerking was geen gemeengoed en nabestaanden bleven veelal vertwijfeld achter.

Stel dat het lichaam van Aarnoudse radioactief besmet was geraakt bij de brand, dan was teruggeven aan de familie geen optie. De Amerikanen hadden hun keus al gemaakt door Aarnoudse in het beton te storten. Als Frens van het hoogste militaire echelon opdracht kreeg de zaak af te dekken richting de familie, dan heeft hij dat best knap aangepakt. Een afgrijselijke linkmiegel, of een uiterst gezagsgetrouwe dienstklopper. Het is maar net hoe je er tegenaan kijkt.

Net als in mijn eerdere thrillers is ook in Speciale opdracht de fictie weer stevig verankerd in feitelijke gebeurtenissen. Ook zit er weer een flinke hoeveelheid persoonlijke ervaringen in, maar ik had indertijd niet voorzien dat het veertig jaar zou duren voordat ik mijn verhaal over een van de Nederlandse kernwapentaken in de Koude Oorlog in thrillervorm op schrift zou zetten.

 



Nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief, want ik kan nog veel meer fans gebruiken. Nee, ik ga je niet iedere week spammen. Alleen als er echt iets te melden valt bij een nieuwe release of een presentatie dan krijg je een mailtje van me.

Aanmelden FvZ nieuwsbrief

Just simple MailerLite form!

Please wait...

Bedankt voor je aanmelding!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *